Project Elburg

Dit verhaal begint op de veerboot van Terschelling naar Harlingen. Na een prachtig weekend op het Waddeneiland voeren we terug naar huis. De piepstok was niet mee en ik had hem ook niet gemist. Toch begon het op de boot al weer te kriebelen. Het kwam door een mailtje van een mij onbekende man uit Elburg. Via mijn website vroeg hij mij om hulp voor een vriend zonder internet. Er zou een bodemonderzoek bij een oude boerderij nodig zijn. Nou, over zulke verzoeken hoef ik niet lang na te denken. Bij thuiskomst bel ik meteen het nummer uit de mail. Ik krijg Cor aan de lijn. Een 80-jarige man uit Elburg. Hij was op zoek naar iemand die een gasleiding zou kunnen opsporen. Er was een grote boom omgewaaid en ergens in de buurt zou een gasleiding moeten liggen. Nou, ik wil wel een poging wagen. Niet voor geld hoor, nee, in ruil zou ik graag een rondje met de metaaldetector willen lopen. Deal!

Omdat het die week zeer slecht weer was, spraken we een week later af op een mooie lenteavond. Cor was al 50 jaar de beheerder van de boerderij, want de eigenaren wonen er alleen zo af en toe in de weekenden.

Ik hoefde niet lang te zoeken naar het afgesproken adres. De wortels van de omgewaarde boom staken fier omhoog, ik denk wel een meter of twee. Zo zonde.

De avond ervoor was ik even langs pa gereden om een ‘wichelroede’ op te halen. Mijn vader leerde ons als kleine jongens al hoe je leidingen kunt opsporen. Hij gebruikte daar twee laselectroden voor. Wanneer je de electroden in je hand houdt en langzaam naar voren loopt, bewegen ze vanzelf naar elkaar toe als je een leiding passeert. Iets met natuurkunde, maar vraag me niet hoe het precies werkt. Het leek mij wel handig om ze mee te nemen, aangezien gasleidingen soms ook van kunstof zijn. En dan vind je hem niet met de metaaldetector.

Niet lang na aankomst bij de boerderij kwam ook Cor aanrijden. Na een korte kennismaking kon het onderzoek beginnen. Met de detector vonden we meerdere potentiële leidingen. De eerste was niet de gasleiding, maar de ijzeren leiding tussen stookhok en olietank. Cor kon het zich nog goed herinneren dat de olietank werd geplaatst.
Ook vertelde hij vol trots dat hij in de schuur een mooi bootje had gemaakt. En op mijn vraag of er nog olie in de tank zou zitten (we zitten immers in een energiecrisis), was het antwoord een duidelijk ’nee’. Met de komst van het gas had hij wel raad geweten met de stookolie. Een keer raden..

De gasleiding hebben we uiteindelijk niet kunnen vinden. Het moet toch een kunststof leiding zijn geweest.
Na een aantal gaten van ca 70 cm diep te hebben gegraven en vele scherven verder hebben we het maar opgegeven, al hadden de wichelroede en ik beide een sterk vermoeden waar hij moest liggen. Cor was ervan overtuigd dat hij diep genoeg lag om niet door de loonwerker kapotgetrokken te worden.

Voordat we beiden huiswaarts keerden stelde Cor nog voor om een rondleiding te geven door de oude boerderij. En natuurlijk kon ik daar geen nee tegen zeggen.
Nu begrijp ik waarom de oude man zo trots was, want het interieur bleek nog nagenoeg origineel te zijn. Ik waande mij even in 1863. Wauw. Het leek wel een museum. Vrijwel alles was nog in originele staat. Zoveel handgeschilderde tegeltjes heb ik nog nooit eerder gezien. Wat bijzonder. En teveel om alles goed te kunnen bekijken. Cor baalde van het ene tegeltje op de schouw dat de ’restaurateur’ er op de kop op had geplakt, maar tussen de vele tegels viel het haast niet op.

Mijn ogen werden opeens getrokken richting het schouwspel rondom de schouw. Op de tegeltjes staan torens van de stad Elburg. Bijzonder fraai is de kleurstelling. Het geel en blauw van de provincie Gelderland.

Ik moest even denken aan de verkoper van mijn eerste detector die in Elburg een heus kasteel heeft ontdekt. Zou dit hem zijn?

Cor vertelde lachend dat hij vaker rondleidingen had gegeven, o.a. aan de opgekomen politie nadat het alarm ’s nachts was afgegaan. Ik zie het zo voor mij. Nu we er toch zijn…

Twee weken later ben ik terug op de boerderij om het perceel af te speuren naar metalen uit het verleden. Bij het huis aangekomen zag ik dat de boomwortels al vakkundig waren verwijderd. Cor had zijn klusje geklaard. En de boerderij stond er nog. Het zal je maar gebeuren.

Ik pakte de detector en startte mijn speurtocht. In een uur tijd vind ik er onder andere diverse muntjes, waaronder een 1/2 cent uit 1885 en een vierkante stuiver uit 1929.

Achter het huis ligt een weiland dat ik later die week heb bezocht.

Bij aankomst was het hek dicht en was er niemand aanwezig. Ik app de vrouw van Cor, hij heeft immers geen mobiel, dat ik er ben. ’Veel succes!’ is het antwoord.

Het voelde wel raar om bij vreemde mensen in te breken in hun weiland. Wat zouden de buren wel niet denken? Maar goed, ik had toestemming, dus we gaan ervoor.
Boven mijn hoofd klapperde een ooievaar onrustig met haar snavel. Ze houdt me scherp in de gaten. In het weiland zelf keken nog een paar oogjes mij schaapachtig aan.

Ik vond weer een aantal leuke objecten, waaronder een loden malletje. Ik weet nog niet wat er vroeger in gegoten is. Het heeft de vorm van zo’n kleipijp. Wie weet.
De voor Elburg meest typerende vondst vind ik de stalen hijshaak. Toen ik het vond was het een grote brok roest, maar na een aantal dagen in een badje water geweekt te hebben kwam er toch een fraai design naar voren. Ik vermoed een deel van een oude zeeboei. Elburg was tenslotte een oude Zuiderzeehaven. Op internet vind ik iets vergelijkbaars uit Enkhuizen. Mooi spul. Zo begon het project op zee en sluit ik het ook af met een maritiem tintje.

En Cor? Ik hoop dat hij nog lang van de fraaie boerderij kan blijven genieten. Bedankt voor de gastvrijheid en voor de prachtige verhalen!