EOD op bezoek in Mastenbroek

Vandaag is de EOD op bezoek geweest. Voor de tweede keer in een jaar. Dit keer om twee kleine rifle-granaatjes tot ontploffing te brengen. Ik was afgelopen zaterdag in Mastenbroek op het land waar ik al zoveel mooie dingen gevonden heb. Het was relatief slecht weer. Miezerig was het. Ik had nog 1 half akkertje te gaan. Met de boer had ik afgesproken dat ik moest stoppen als de vogels gaan nestelen en dat moment nadert snel.

In een eerdere blog heb ik al geschreven over de vondsten uit de 2e wereldoorlog. Het was dan ook niet gek dat ik aan een granaatje dacht toen ik dit object vond. Hij lag vlak onder het maaiveld op zo’n 15cm diepte.

Een penis-vorm met een harde punt. Nog niet eerder zo eentje gezien, maar wel linke soep. Ik besluit om hem vlak achter de brug een tijdelijk rustplaats te geven zodat ik hem gemakkelijk terug kan vinden, want deze knaller moet natuurlijk formeel gemeld worden bij de politie. Heel voorzichtig pak ik hem op, leg hem op de handschoen zodat je op de foto enig idee hebt van het formaat van het piemelding. Daarna loop ik samen met mijn enthousiaste Buddy naar het hek van de dam. Best spannend. Is er een kans dat hij spontaan zalontploffen? Zeker wel. Maar hem midden in het land achterlaten is toch ook geen optie.

Na de herbegrafenis op 40 cm diepte loop ik terug naar mijn metaaldetector om het laatste stukkie nog te scannen. En ja hoor. Daar komt er nog een naar boven. Ook deze krijgt een mooi plekje vlakbij de uitgang van het land. Bovenop zijn broertje.

Op maandag direct maar even met de politie bellen. De telefoniste is erg behulpzaam maar heeft werkelijk geen idee. Ze dacht dat je met een metaaldetector in de grond kunt kijken en dan op het display kunt zien wat voor object je gevonden hebt. Was het maar zo’n feest, dan had ik heel wat minder gaten hoeven graven. ‘Dus je hebt de granaat aangeraakt?Eh ja, sorry.’ Mijn collega Dirk zegt altijd ‘Vake bin ie te bange!’

Om 11:00u tref ik de explosieven-agent bij mijn landje. Ik pak mijn pinpointer en graaf de knallers weer op. Met een tandenborsteltje maakt hij één van de piemels schoon, maar herkennen doe hij hem niet. De meetlat komt niet verder dan een schamele 8 cm. Hij is aan de kleine kant.

Dan belt hij de EOD. Foto’s worden gemaild en vanuit Soesterberg komt het bevel om de objecten in het weiland achter te laten en zeker niet mee te nemen naar de politiebunker. Gevalletje “C”. De EOD zal spoedig in actie komen. Ondertussen laat ik trots mijn website aan de agent (hij heet Jan) zien. Oei, ik zie hem worstelen. Het is ook best wel gevaarlijk om granaatstukken (ontstekers) mee naar huis te nemen, maar ik ben er vrij zeker van dat ze ontploft zijn en daarmee onschadelijk. Hij is enigszins gerustgesteld en volgens mij ook best onder de indruk van het gevonden spul. Ondertussen valt zijn blik op de grote berg zand bij de boerderij naast het landje. “Daar kunnen we mooi ploffen“.

Op woensdagochtend 10:30u moet het gebeuren. De zon schijnt als ik samen met mijn oudste zoon richting het slagveld rij. Normaal vinden ze hun vader maar een suffe gast, maar als het op actie aankomt willen ze nog wel eens een half uurtje eerder opstaan.

Jan staat al op ons te wachten en al snel zien we ook de EOD-wagen aan komen rijden. Ze zijn met z’n tweeën. Dat het ook maar gewoon mensen zijn blijkt als één van de twee defensiedienders wat vertraagd uit de auto stapt. Als verklaring geeft hij aan dat hij nog even de wachtwoorden van de playstation van zijn zoon moest doorsturen. Ik kijk mijn puber aan en we schieten beide in de lach.

De ander neemt de leiding en bekijkt de objecten. Zijn conclusie is enigszins teleurstellend. Dat wordt geen knaller vandaag. Het blijken helemaal geen granaten te zijn, al lijken ze er wel op. Maar wat dan wel? De staalborstel gaat erover en dan komt het verlossende woord: asfaltschraper. Een woord dat je niet zo vaak hoort: asfaltschraper.

Ze worden regelmatig verward met granaatjes. Bluh. Niet leuk. Maar goed dat we De Stentor niet gebeld hebben. Ik probeer er nog het beste van te maken en vraag de twee bomexperts of ze mijn nog niet gedetermineerde paddestoelontsteker herkennen. Foto’s worden uitgewisseld met een collega en ja hoor, het is een HZ 05. Een Duitse granaatontsteker uit WO1. Toevallig had hij hem vorige week tijdens een cursus ook gezien. En fijn dat de andere bomdelen in de vitrine ook als veilig zijn gekwalificeerd. Ik wist het wel, maar soms zit je er naast. Kan gebeuren.